Moderne zouttherapie vindt zijn oorsprong in de zoutmijnen en grotten van Europa en Rusland.
In 1843 ontdekte de Poolse arts Dr. Felix Boczkowski dat mannen die in de zoutmijnen in Wieliczka werkten minder last hadden van ademhalingsproblemen dan de algemene bevolking. Hij schreef dit toe aan het zout aerosol die door de mijnwerkers in de ondergrondse omgeving werden ingeademd. Terwijl de arbeiders het zout aan het ontginnen waren (door beitelen, malen en hameren tegen het zout), werden er grote zoutdeeltjes in de lucht gestort.
Toevluchtsoord
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de Klutert-zoutgrotten in het Duitse Ennepetal gebruikt als toevluchtsoord tegen zware bombardementen. Mensen bleven langere tijd in de grotten en ademden het zoute stof in. In 1949, Duitse arts Dr. K.H. Spannahel merkte op dat degenen die in de zoutmijnen hadden gewoond, verlichting van hun ademhalingsproblemen hadden ervaren.
Het gebruik van zoutmijnen voor therapeutische doeleinden ontwikkelde in vele landen, waaronder Polen, Rusland, Wit-Rusland, Roemenië, Azerbeidzjan, Armenië, Slowakije en Oekraïne.
Moderne ontwikkeling
In 1980 ontwikkelde het Odessa Science Research Institute in Oekraïne het eerste Halogenerator-apparaat. De machine repliceerde het malen en fijnmaken van zout en verspreidde de deeltjes in de lucht om de omstandigheden van een ondergrondse zoutmijn te modelleren. Zo werd moderne zouttherapie (of ‘Halotherapie’) geboren.
Na de val van de Sovjet-Unie in 1991, begon Halotherapie buiten Oost-Europa op te komen en werd populairder in de westerse wereld als een aanvullende therapie om ademhaling- en huidaandoeningen, atletische prestaties en algemene gezondheid en welzijn te ondersteunen.
Ontdek meer door een gratis consult te boeken bij een van onze zouttherapeuten.